Jan Pronk

In memoriam Roefie Hueting. Pionier die het economische denken van binnenuit vernieuwde.

Economisch Statistische Berichten, Jaargang 108 (4823), 30 juli 2023

Originele artikel, 188KB

 

Roefie Hueting, die vorige maand op 93-jarige leeftijd overleed, was een pionier. Jazz historici beschouwen hem als een grondlegger van de oude Jazz in Nederland. In zijn gymnasiumjaren gedurende de Tweede Wereldoorlog had hij pianolessen gevolgd. Later schreef hij: “In May 1945 they picked me up and put me on a makeshift stage. The whole country wanted to celebrate and dance, mostly on the street. I have never left that stage”. Hij trad her en der op en werd in 1949 de oprichter van de Down Town Jazz Band, in mijn jeugd - ik was tien jaar jonger - de bekendste jazzband naast het Dutch Swing College van Peter Schilperoort. Roefie was niet alleen pionier; hij was ook een doorzetter, een volhouder. De band hield op te bestaan in 2001, maar Roefie bleef spelen. Tot op hoge leeftijd zat hij achter de piano in verzorgingshuizen, waar men de blues nog waardeerde en Bessie Smith nog kende. 

Pionier en volhouder was hij ook als econoom. In de jaren zestig onderkende hij als een van de eersten de negatieve gevolgen van economische groei op het milieu en de natuur. Hij schreef erover in ESB, bundelde artikelen in een boekje Wat is de natuur ons waard?, voerde actie tegen projecten die de natuur zouden schaden en verschafte actievoerders argumenten die economen en beleidsmakers moesten aanspreken. Hij greep terug op zijn leermeesters Hennipman, Pen en Tinbergen en sprak de taal die zijn tegenstanders begrepen. Met de taal en de theorie van economen wist hij politici ervan te overtuigen dat het milieu geen ongrijpbare abstractie was, maar een economische categorie. Productie van goederen leidt tot aantasting van functies die het milieu vervult en voor komende generaties beschikbaar moeten blijven.  Als door de bouw van een verkeersweg kinderen van hun speelruimte worden beroofd is dat verlies. Het nationale inkomen stijgt, maar dat verlies telt niet mee. Datzelfde nationale inkomen groeit wel als ter compensatie een speelterrein wordt aangelegd. Dat is een asymmetrische berekening, aldus Hueting. Die moet gemaakt worden om beleidsmakers in staat te stellen rationele beslissingen te nemen. 

Ik was een van de politici die zich aangesproken voelde. Ik ontmoette hem voor het eerst toen we beiden, met Heertje en enkele andere economen, in 1970 deel uitmaakten van een werkgroep van de Wiardi Beckmanstichting om een rapport te schrijven over Groei en Leefbaarheid. Het ging om andere kosten-baten analyses en het kabinet Den Uyl toonde ontvankelijk. Het was de tijd van de Club van Rome, toen economen als Dennis Meadows modellen maakten waarin fysieke schaarste serieus werd genomen. Diezelfde Meadows schreef het voorwoord bij de Engelse vertaling van Huetings dissertatie Nieuwe schaarste en economische groei, die verscheen in 1974, toen hij werkte op het CBS, als hoofd van de afdeling Leefmilieu. Daar was hij gekomen op advies van Tinbergen en daar bleef hij tot zijn pensionering in 1994. In die jaren bezocht en adviseerde hij ontwikkelingslanden en schreef hij tal van artikelen over economie en milieus.  Hij ging er tot op hoge leeftijd mee door, net als met pianospelen. 

Dat hij niet wist van opgeven bleek ook toen andere economen na zijn afscheid van het CBS kritiek uitoefenden op zijn werk. Ook toen gold: “I never left the stage”. Hueting bleef schrijven en argumenteren. In 2001 mocht ik een seminar voorzitten in Washington waar hij zijn inzichten presenteerde. Stiglitz was referent en zwaaide hem lof toe. Die erkenning deed hem goed, evenals toen de Tweede Kamer erom vroeg dat regelmatig berekeningen zouden worden gepresenteerd op basis van de methode Hueting. Die hield in dat naast het nationale inkomen (NI) een milieu-duurzaam nationaal inkomen (mSNI) werd berekend, dat hij definieerde als het maximaal bereikbare productieniveau, gegeven de stand van de technologie op dat moment, waarbij de vitale gebruiksmogelijkheden van de fysieke omgeving beschikbaar blijven voor volgende generatie. Het verschil tussen beide grootheden is een maatstaf voor de duurzaamheid. Hoe kleiner dat verschil, hoe duurzamer. Berekeningen lieten zien dat nationale productiegroei vooral wordt gegenereerd in sectoren met negatieve milieueffecten en dat het genoemde verschil in de loop der jaren steeds groter wordt. 

Het CBS was minder geïnteresseerd. Er rees verzet. Een nieuwe generatie deskundigen ontwikkelde een eigen kijk en eigen methoden. Roefie werd minder uitgenodigd. De regering zei in de Kamer dat het RIVM de berekeningen zou uitvoeren, maar dat gebeurde niet. Het stelde hem teleur. In discussies was hij strijdbaar, maar hij werd niet altijd begrepen. Men dacht dat het milieu-duurzaam nationaal inkomen bedoeld was als een welzijnsmaatstaf, maar dat was het niet. Het was een maatstaf voor duurzaamheid. Men vond veronderstellingen omtrent de stand van de techniek te onzeker, maar Hueting wist als geen ander dat iedere schatting van het nationaal inkomen op veronderstellingen is gebaseerd en dus onzeker is. 

We bezochten hem enkele malen in het atelier van zin echtgenote, Erna Postuma, een beeldhouwer die prachtig werk tentoonstelde. Hij gaf me daar zijn laatste boek, National Accounts and environmentally Sustainable National Income (2019), geschreven samen met Bart de Boer. Het had hem weer erkenning opgeleverd. En het staat als een huis. 

Roefie Hueting was een van de belangrijkste economen in Nederland in de tweede helft van de vorige eeuw. Hij vernieuwde het economisch denken door een kritische herwaardering van binnenuit. Economie is niet abstract. Jazz leerde hem improviseren, statistiek als methode om te rationaliseren en systemen te ontwerpen. Zo bleef hij degenen die hem hadden geïnspireerd, Tinbergen en Bessie Smith, altijd trouw. Wie biedt zich aan als biograaf? 

 

Jan Pronk

Economisch Statistische Berichten, Jaargang 108, nr. 4823, 30 juli 2023