Jan Pronk

Tinbergen Today

In: Economisch-Statistische Berichten, 4 juli 2019

Originele artikel, 241KB

 Vijftig jaar geleden ontving Jan Tinbergen als eerste de Prijs van de Zweedse Rijksbank voor Economie, meestal ‘Nobelprijs’ genoemd. Ter gelegenheid hiervan hebben diverse economische instituties gezamenlijk het Tinbergen Today-project opgezet, om de bijdrage van Tinbergen aan de Nederlandse maatschappij te memoreren. We spraken hierover met Jan Pronk, een van de initiatiefnemers van het project en oud-student en -medewerker van Tinbergen. 

Wat maakt Tinbergen bijzonder? 

“Het is natuurlijk heel bijzonder dat de eerste Nobelprijs voor Economie aan een Nederlandse econoom werd toegekend. Sindsdien is er nooit meer een andere Nederlandse econoom voor in aanmerking gekomen. Hij kreeg de prijs voor zijn onderzoek naar de problemen en mogelijke oplossingen van de economische crisis in de jaren dertig. Als fysicus van origine, is hij een combinatie van exacte wetenschappen gaan toepassen op dit economische probleem. Dat leidde tot een nieuwe tak van de economische wetenschap: de econometrie. 

Tinbergen was een vernieuwende denker, die iedere keer weer een nieuw vraagstuk probeerde te analyseren. Hij opende deuren, en anderen volgden hem. Ook als eerste directeur van het Centraal Planbureau bleef hij telkens opnieuw kijken naar wat op dat moment de grootste maatschappelijke problemen waren. Zo is hij zich gaan bezighouden met ontwikkelingslanden, toen na de wederopbouw de economische groei weer op gang gekomen was. Ik heb hem altijd als een van de grootste voorbeelden beschouwd die je zou kunnen volgen wanneer het gaat om het toepassen van theoretische analyse op beleid.” 

Wat heeft u van Tinbergen geleerd? 

“Ik heb hem altijd als een van de grootste voorbeelden wat betreft het toepassen van economische analyse op beleid beschouwd. Zijn methode van stapsgewijze rationele analyse is mij altijd bijgebleven. Op basis van expliciete normen en waarden formuleerde hij beleidsdoelstellingen, om vervolgens met behulp van economische modellen instrumenten te kiezen om die doelstellingen te verwezenlijken. Tot slot werd er gekeken in welk economisch systeem het gekozen beleid het beste verwezenlijkt zou kunnen worden. 

Tinbergen was ook een voorbeeld wat betreft zijn nadruk op de internationale dimensie en positie van de zwaksten. Hoewel er in die tijd nog niet over globalisering werd gesproken, stelde hij dat je als nationale economie geen eiland bent. En beleid moest volgens hem altijd gericht zijn op verbetering van de positie van de zwaksten. 

Iets anders dat me altijd is bijgebleven, is dat hij tot kort voor zijn overlijden actief bleef. Ik hoop dat ook te kunnen doen.” 

Hoe was het om bij Tinbergen te studeren en met hem te werken? 

“Tinbergen was in de eerste plaats een fantastische docent. Hij was buitengewoon helder en transparant in zijn analyse. Wanneer hij iets uitlegde leek je het zo te begrijpen. Bij nadere bestudering werd je vervolgens getroffen door de schoonheid van het model en de compleetheid van de analyse. 

Tinbergen was ook buitengewoon bescheiden. Hij werd beschouwd als een van de allergrootste economen ter wereld, maar zat op de universiteit in een klein kamertje. Daarmee liet hij zien dat het gaat om de inhoud. 

Tot slot was hij heel betrokken. Tijdens mijn ministerschap van Ontwikkelingssamenwerking ben ik ook nog met hem in contact gebleven.” 

Als Tinbergen nu zou leven, aan welke thema’s zou hij dan werken? 

“Ik denk aan de globalisering, en de consequenties daarvan voor landen en bevolkingsgroepen die er niet van hebben geprofiteerd. Hij zou waarschijnlijk onderzoek doen naar het beleid dat je moet voeren op nationaal en op wereldwijd niveau, om iedereen te kunnen laten profiteren van de globalisering.” 

Naar welke Tinbergen Today-activiteiten kijkt u het meest uit? 

“Ik kijk zeker uit naar de biografie, en ik ben ook erg blij dat er een borstbeeld van hem wordt onthuld. Verder is het mooi dat instellingen waarbij Tinbergen betrokken is geweest zijn denken centraal stellen tijdens verschillende bijeenkomsten. Het is dit geheel aan activiteiten dat hem het meeste recht doet. 

Ik hoop dat het project zijn gedachtegoed ook bij de jongere generatie in de belangstelling brengt. Maatschappelijke thema’s als armoede, rechtvaardigheid en ongelijkheid dienen voorop te staan in de economische analyse. Wat dat betreft zijn mechanismen als marktwerking zijn slechts instrumenten daarvoor.”