Jan Pronk

Beste Bram

HP De Tijd, December/Januari 2022/2023, p. 31

Beste Bram,

We kwamen elkaar tegen in de jaren zestig. We werkten allebei aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. We waren Rotterdammers, jong, kritisch en links. Dat laatste was eigenlijk iedereen in die tijd. Maar niet altijd op goede gronden, vonden we. Je moet eerst nadenken, zei je, en dan een stuk schrijven. We schreven, met anderen, “Mooi rood is niet lelijk” en gingen dat in Amsterdam aanbieden aan Han Lammers, auteur van “Tien over Rood”. Dat vonden we niet zo goed. We waren ook nog arrogant.

Er veranderde minder dan we hoopten en sommigen raakten teleurgesteld. Maar jij zei altijd: “Schrijf dan een stuk”. Je gaf het voorbeeld en meestal was het resultaat doorwrocht. Er volgden discussies en we werden weer enthousiast. Soms waren de schrijfsels te doorwrocht en liepen de discussies dood, maar er viel in ieder geval een hoop te doen en jij bleef niet achter de schrijftafel zitten.

Denken, schrijven, doen. De mooiste combinatie daarvan heb je beoefend in je geliefde Rotterdam. Toen je eenmaal burgemeester was kwamen de  begrippen stedelijke en sociale vernieuwing uit jouw koker. Je wist de politiek in Den Haag te ervan overtuigen dat het roer om moest. Rotterdam werd meer leefbaar. Dat begrip werd door anderen geijkt, maar jij was begonnen. En de stad werd ook mooier, veel mooier dan toen wij er studeerden. Je hebt iets prachtigs nagelaten.

We bleven elkaar op vele terreinen tegenkomen, op een gegeven moment ook in het tweede kabinet Kok. Ook daar bleef je onvermoeibaar schrijven.  Voor sommigen was dat vermoeiend, maar zo was je nu eenmaal: denken, je ideeën op papier zetten en sleuren, zodat tenminste iets verandert.

Wie dat jarenlang doet krijgt tegenstanders. Er is altijd wel iets te vinden dat ze kunnen gebruiken. Ze hebben je nagetrapt, net zoals  dat dit jaar Khadija Arib overkwam. Ook zij had iets overeind gehouden en verbeterd en daar was niet iedereen het mee eens. Je vertrok en je moest het zelf maar verder uitzoeken. Je ging in de aanval, met stukken en argumenten en je kreeg gelijk. Althans, van de rechter. Politiek bleef je afgeschreven. Maar door terug te vechten bleef je overeind. Hoe dat moest wist je nog uit jouw tijd als spits van het Nederlandse amateur voetbalteam. Je dacht erover profvoetballer te worden. Amateurisme was niets voor jou. Maar je koos voor wetenschap, politiek en openbaar bestuur, op drie terreinen Full Prof.  

 

Jan Pronk