Jan Pronk

De eenkennigheid kwam van links

Roodkoper, december 2010

Het nieuwe kabinet in ons land is geen minderheidskabinet. De bewindslieden zijn weliswaar alleen afkomstig uit de VVD en het CDA, die samen een minderheid vormen in het parlement, maar de omarmde gedoogconstructie verzekert het kabinet van een meerderheid in de Tweede Kamer. Dat maakt het tot een meerderheidskabinet.

Er dringt zich een vergelijking op met het kabinet Den Uyl, in 1973. De PvdA, D’66 en de PPR, met toen samen 56 zetels, beschouwden het als een parlementair kabinet. De KVP en de AR, toen samen 41 zetels, zagen het als een extraparlementair kabinet. Hun steun was eigenlijk afgedwongen door het eigenmachtig toetreden van enkele personen uit hun gelederen. Het was meer gedogen dan steunen.  De aldus gecreëerde meerderheid was stabiel noch comfortabel, omdat 14 leden van de desbetreffende fracties tegen het regeerakkoord hadden gestemd. Toch heeft het meest linkse kabinet uit de Nederlandse parlementaire geschiedenis het vijf jaar volgehouden.

Het meest rechtse kabinet ooit zou het ook wel eens lang kunnen uithouden. De meerderheid waarop het berust is evenmin comfortabel of stabiel, maar het kabinet zelf bestaat uit ervaren en fatsoenlijke politici. De spraakmakende meerderheid in het land wil het zo, de betrokken partijen klampen zich vast aan de macht en de economische situatie verdraagt geen verdere onzekerheid. Het wordt een onvervalst rechts beleid, niet vanwege de ongekend hoge omvang van de bezuinigingen, maar wel vanwege de gemaakte keuzes. De maatschappelijke ongelijkheid zal toenemen en er wordt uitdrukkelijk gekozen voor particuliere commercie in plaats van publieke functies.

Een rechts beleid, in het parlement door een meerderheid gesteund, is even rechtmatig als een dito links beleid. Maar dan moet die steun wel komen van fracties waarvan de democratische gezindheid boven twijfel is. Daar ligt het echte verschil tussen het meest linkse en het meest rechtse kabinet in Nederland. Het kabinet Den Uyl maakte zich niet afhankelijk van de CPN. De PvdA heeft zich vanaf haar oprichting altijd uitdrukkelijk van die partij gedistantieerd. Ook al waren CPN parlementariërs op volstrekt reguliere wijze gekozen, de sociaal democraten van de PvdA beschouwden de ideologie en de interne structuur van de Communistische Partij Nederland als inherent ondemocratisch. Links regeert niet met extreem links.

Rechts regeert wel met extreem rechts. De PVV is een intern ondemocratische partij. De PVV is één persoon, een leider die naar willekeur kan beslissen over het programma en over wie wel of niet mag meedoen. Je daarvan afhankelijk maken is voor traditioneel democratische partijen als de VVD en het CDA zonder precedent. Bovendien staat de traditionele ideologie van beide partijen - oprecht liberaal dan wel christelijk en, beide, wezenlijk democratisch - haaks op die van de PVV. Die partij pleit openlijk voor discriminatie en uitsluiting. Die mentaliteit is weliswaar niet verwoord in de tekst, maar de geest achter het regeerakkoord is er een van haatzaai, xenofobie en discriminatie. De PVV heeft uitdrukkelijk het recht verkregen die geest uit te dragen. Dat uitdragen gebeurt dus onder medeverantwoordelijkheid van de regering. De PVV sprak niet alleen mee over het gedoogakkoord, maar ook over het regeerakkoord en de samenstelling van het kabinet. Men zit in de tang. Hoe machtsgeil moet je zijn om je eigen beginselen zozeer te verloochenen?

Formeel is de rechtsorde niet in het geding. Echter, ieder regeerakkoord wordt in de dagelijkse politieke praktijk ingehaald door de realiteit. Het gaat bovendien niet alleen om nieuwe wet- en regelgeving, maar ook om de wijze waarop bestaande wetten en regels worden uitgevoerd. Een bureaucratie, inclusief politie, justitie, marechaussee en vreemdelingendienst, heeft haar eigen beleidsruimte. Een bureaucratie ziet de nieuwe politieke machthebbers graag naar de ogen, al was het slechts om daar ook zelf meer status en macht aan te ontlenen. De geest van de tijd werkt dat in de hand. En de populistische mentaliteit en het jargon die thans in de politiek en de media bon ton zijn geworden legitimeren de polarisatie op het grondvlak van de samenleving.

Dat is een zware verantwoordelijkheid voor politici, niet alleen die van rechts, maar ook die van links. Zij hadden dat kunnen voorkomen. Vooral de PvdA heeft fouten gemaakt. Zij forceerde een breuk over Afghanistan om louter binnenlands politieke doeleinden. Daarna werd er niet meer over gesproken. Hoe onwaarachtig kun je zijn? In plaats van te breken in de Kamer werd gebroken in het kabinet zelf, zodat het CDA de mogelijkheid werd gegeven de toon te zetten, tot aan het aantreden van een nieuwe regering, en een begroting op te stellen die de weg zou banen voor rechts. Hoe onprofessioneel kun je zijn? Links verzuimde voorafgaand aan de verkiezingen de gezamenlijke krachten te mobiliseren en aldus een aantrekkelijk alternatief te bieden. Hoe eenkennig kun je zijn? Links vond dat eerst serieus zou moeten worden onderzocht of een kabinet met de PVV mogelijk zou zijn. Daardoor werd die optie door links gelegitimeerd. Hoe naïef kun je zijn?