Jan Pronk

Geen tweede kans

Roodkoper, juni 2010

In zijn roman De Rattin beschrijft Günter Grass wat er in de wereld gebeurde toen de mensen zichzelf te gronde hadden gericht. De ratten, onder leiding van de Rattin, hadden de wereld overgenomen. Zij vermenigvuldigden zich, gingen opnieuw beginnen en werden de nieuwe heersers op aarde. Het boek eindigt met een visioen: “Het zou toch anders hebben gekund? Stel nou eens dat wij mensen nog bestaan. Goed, laten we dat eens stellen. Alleen, dit keer gaan we voor elkaar en bovendien vreedzaam, hoor je, in liefde en tederheid, zoals God ons geschapen heeft.”

Een prachtige droom”, zei de Rattin voordat zij verdween.

De Rattin is cynisch. Het is slechts een droom. Het ontwaken uit die droom zou een nachtmerrie zijn, want dan zou de mens beseffen: wij hebben het er naar gemaakt, het is onomkeerbaar, de aarde van de mensen bestaat niet meer. Het is te laat.

In een ander verhaal vertelt Bernard Malamud over een tweede kans: God's Grace. Er heeft zich een tweede zondvloed voltrokken. Een man, Cohn, wordt door God gespaard. Hij protesteert, want God had Noach toch beloofd dat er nooit meer een tweede zondvloed zou komen. Maar God antwoordt: “Deze nieuwe zondvloed is niet de mijne, maar het gevolg van het feit dat de mens zichzelf heeft verraden. Ik heb de mens het leven gegeven, maar de mens was zo gretig naar de dood. De mens heeft mijn handwerk vernietigd, de voorwaarden voor het voortbestaan kapotgemaakt. Daarom heb ik de mens zijn gang laten gaan. Zij hebben uitgevonden hoe de ondergang te bewerkstelligen. Ik, God, heb mijn hoofd maar afgewend.”

De mens Cohn, die van God een nieuwe kans heeft gekregen, komt na de zondvloed op een eiland terecht. Daar ontmoet hij een groep apen. Ook zij hebben de ondergang overleefd. De mens Cohn wil opnieuw starten en alle eerder gemaakte fouten vermijden. Hij leert de apen spreken. Hij leert hen normen en waarden kennen om een nieuwe wereld te creëren uit de oude. Maar het gaat verkeerd. Nadat de apen de voor hen nieuwe kennis hebben opgedaan, maken zij precies dezelfde fouten als de mensen voorheen. En de nieuwe schepper, Cohn, wordt uiteindelijk ten offer gebracht door zijn leerlingen, de apen, de nieuwe mensen. De mensheid blijkt onverbeterlijk.

De verhalen van Grass en Malamud zijn niet bedoeld als doemscenario's. Althans, zo heb ik ze niet gelezen. Het zijn vertellingen als Bijbelse gelijkenissen, met een moraal. Die luidt: mensen moeten er samen het beste van maken, nu, want er volgt geen tweede kans. Dat vraagt om behoedzaamheid, voorzorg, wijsheid, samenwerking, consensus, het niet afwentelen van risico's op komende generaties. Die moraal is geen bon ton. Integendeel; de toon wordt gezet door een onmatige consumptiedrang en ongebreidelde hebzucht. Klimaatverslechtering, steeds grotere economische ongelijkheid, het op de spits drijven van religieuze en culturele tegenstellingen, en gewenning aan het gebruik van geweld om de eigen interesses aan anderen op te leggen vormen nog geen tweede zondvloed, maar alles bij elkaar zweemt dit wel naar lemmingen gedrag.

Dat gedrag heeft zich in diverse vormen ook eerder in de geschiedenis voorgedaan. Als reactie daarop zijn rentmeesterachtige constructies gebouwd: internationaal recht, mensenrechten, milieu- en klimaatverdragen, de Verenigde Naties, de sociale welvaartsstaat, ontwikkelingshulp, non-discriminatie beginselen, non-proliferatie van massa vernietigingswapens, enzovoort. Het waren geen ideale constructies, maar ze waren wel gebaseerd op voorzorg en ze boden de gelegenheid om afwijkend gedrag te corrigeren.

De bedreigingen zelf zijn niet zozeer het probleem, als wel de erosie van de capaciteit om ze te keren. De constructies om de bedreigingen het hoofd te bieden worden afgebroken. Overeengekomen rechtsbeginselen en procedures worden met de voeten getreden. Dat is geen zondvloed die ons overkomt, maar moedwillig handelen, berustend op eigenbelang, materieel gewin, commercie, status en macht. De gemiddelde mens Cohn en zijn leiders zitten gevangen in een web van geprogrammeerd gedrag.

Hoe zich daaruit los te maken? Dat valt te lezen in een derde verhaal. Prediker vertelt over een stad die belegerd werd door een machtige tegenstander. “In die stad bevond zich een arme, wijze man, die haar had kunnen redden door zijn wijsheid; doch geen mens dacht aan die arme man. (…) Wijsheid is beter dan kracht, maar de wijsheid van de arme wordt veracht en naar zijn woorden luistert men niet. Woorden van wijzen, in rust aangehoord, zijn beter dan het geschreeuw van een heerser onder de dwazen.”

Ook deze gelijkenis biedt een moraal: Als je geen tweede kans krijgt, doe je er goed aan de eerste en enige kans die je wel hebt zo goed mogelijk te benutten. Daarom: volg in de economie en de politiek niet alleen met veel aplomb gebrachte beweringen, maar leen het oor ook aan mensen - onaanzienlijk wellicht, maar (nog) niet gecorrumpeerd door status of macht - die vraagtekens plaatsen achter de vanzelfsprekendheid van het eigen gelijk.