Jan Pronk

Maak alle vergaderingen openbaar

Nieuwe Liefde, september 2012

Vroeger vergaderden de Tweede Kamercommissies achter gesloten deuren. Ik heb dat in het begin van de jaren zeventig meegemaakt. Pas rond 1973, het jaar van aantreden van het kabinet den Uyl, werden de vergaderingen openbaar. Uiteraard besliste de Kamer dat zelf, maar dat gebeurde in dezelfde sfeer van vernieuwing en openbaarheid die leidde tot de vorming van dat kabinet.

Openbaarheid werkt niet altijd goed uit. Het overleg tussen Kamercommissies en de regering is niet besluitvormend: de regering beslist en de Kamer toetst. Het overleg dient vooral ter versterking van de controle functie van de Kamer. De besloten vergaderingen die ik had meegemaakt vervulden die functie beter dan de openbare vergaderingen later. In besloten vergaderingen werd doorgevraagd. Kamerleden hielden geen toespraken, herhaalden elkaar niet, maar legden gezamenlijk de minister het vuur aan de schenen. Meer dan als leden van verschillende fracties, functioneerden we als volksvertegenwoordiger.

In openbare vergaderingen, daarentegen, houden Kamerleden in eerste instantie rekening met hun eigen kiezers en dus met de publiciteit. De interventies werden langer en gingen elkaar overlappen. De drang zich vooral ten opzichte van elkaar te profileren nam toe. Velen verschieten hun kruit in eerste termijn, zodat er voor een tweede termijn, waarin de puntjes op de i moeten worden gezet, weinig overblijft. Voor zo’n tweede termijn rest trouwens doorgaans weinig tijd. Een enigszins ervaren minister komt er gemakkelijk mee weg.

Dit is geen pleidooi om terug te keren naar beslotenheid. De effectiviteit van parlementaire controle hangt niet af van openbaarheid of vertrouwelijkheid, maar van de wijze waarop Ministers en Kamerleden daarmee omgaan. Ook effectief besloten overleg schiet het doel voorbij, wanneer burgers het vertrouwen verliezen in de politiek als zodanig, en dus in zowel de regering als het parlement.

Afnemend vertrouwen kan alleen hersteld worden wanneer alle vormen van politiek overleg plaatsvinden in volledige openbaarheid. Alle vormen van overleg, dus niet alleen het overleg ter controle op eenmaal genomen besluiten, maar vooral het overleg dat aan de besluitvorming voorafgaat.

De golf van democratisering die haar oorsprong vond in de jaren zestig heeft de openbaarheid van het publiek bedrijf vergroot. Sinds enige tijd is de trend gekeerd. De smoezelige besluitvorming van het kabinet Balkenende over steun aan de Amerikaanse inval in Irak heeft de parlementaire democratie geschaad. Het achterkamertjesoverleg van Rutten c.s. over de bezuinigingen, dat uiteindelijk leidde tot een schimmige kabinetscrisis, heeft burgers van de volksvertegenwoordiging vervreemd.

Besluitvormend overleg vindt plaats binnen de Ministerraad en in Kamerfracties. Beide vergaderen achter gesloten deuren. Dat vindt iedereen vanzelfsprekend. Is dat ook zo? Wanneer ik terugkijk op dertig jaar vergaderen in fractie en Kabinet, waag ik de constatering dat het overgrote deel van dat overleg tot dezelfde uitkomsten had kunnen leiden, wanneer de besprekingen niet vertrouwelijk, maar openbaar waren geweest. Als dat zo is, kan de legitimiteit van de politieke besluitvorming worden verhoogd, zonder de kwaliteit aan te tasten.

Meer vertrouwen in het stelsel van democratische besluitvorming is een experiment waard: maak vergaderingen van Ministerraad en fracties openbaar.

 

Jan Pronk