Jan Pronk

Mission Impossible

Vice Versa, September 2011

Originele artikel

De 9e juli 2011 is een datum van historische betekenis. Tot dan toe waren de nieuwe staten van Afrika intact gebleven. Na de dekolonisatie waren zij overeengekomen elkaars grenzen te respecteren, ook al hadden zij die grenzen niet zelf getrokken. Dat hadden de koloniale mogendheden gedaan, in 1884 op de Conferentie van Berlijn. De vrees was gerechtvaardigd dat op zich gerechtvaardigde grenscorrecties een precedent zouden vormen. Voorkomen moest worden dat staten in de verleiding kwamen elkaar de oorlog te verklaren.

De koloniale grenzen liepen dwars door leefgebieden van Afrikaanse volken heen. Bestaande conflicten tussen stammen werden daardoor extra gecompliceerd. Spanningen namen toe, maar zij leidden zelden tot oorlogen tussen landen. Wijsheid prevaleerde. In dat opzicht heeft Afrika het beter gedaan dan Europa. Het onderlinge samenwerkingsverband dat de nieuwe staten waren aangegaan heette niet voor niets: Organisation of African Unity (OAU)

Wanneer toch oorlog dreigde kwam de OAU tussen beide, doorgaans met succes. Uitzonderingen waren de oorlog tussen Ethiopië en Eritrea (van 1961 tot 1991, opnieuw opgelaaid in 1998) en interventies van Rwanda en andere staten in Kongo vanaf 1997.

De OAU had aanvankelijk geen mandaat om zich met binnenlandse conflicten bezig te houden. Toch waren die er te over. Meer en meer dreigden deze vreedzame relaties tussen staten te verstoren. Om dat te voorkomen werd de OAU omgevormd tot de African Union (AU), met een breder mandaat: bemiddelen tussen partijen in een land en vredestroepen sturen om binnenlandse oorlogen te bezweren. Daarbij toonden de Afrikaanse staten zich niet alleen een tegenstander van grenscorrecties tussen landen, maar ook binnen een land, zoals Soedan. Ook die zouden immers een precedent kunnen vormen bij territoriale ambities van opstandige bewegingen in andere landen.

In deze vrees werd de AU gevolgd door de Veiligheidsraad. Toen ik in 2004 de leiding kreeg van de VN vredesmissie in Soedan kreeg ik als uitdrukkelijk mandaat mee de eenheid van Soedan uit te dragen als de meest aantrekkelijke optie. Daarover mocht de bevolking van Zuid Soedan zich uitspreken bij het referendum dat, krachtens het vredesakkoord van 2005, zes jaar later zou worden gehouden over eenheid dan wel autonomie. Het lag voor de hand dat de Zuid Soedanezen zich bij dat referendum weinig gelegen zouden laten liggen aan opvattingen van derden. Na decennia van bloedige strijd hadden zij zich een unieke kans verworven hun eigen toekomst te bepalen. Het enige dat de VN konden doen was de aantrekkelijkheid van de eenheidsstaat Soedan benadrukken door er op toe te zien dat in die zes jaar de vrede zou worden gehandhaafd, mensenrechten zouden worden gegarandeerd en de armoede zou afnemen, in de hoop dat men dat zou toeschrijven aan de overeengekomen beperkte autonomie binnen de eenheidsstaat. Dat lukte een klein beetje. Maar de genocide in Darfur, die plaatsvond onder verantwoordelijkheid van het regime in Khartoem, gaf de bevolking van Zuid Soedan een doorslaggevend argument om zich onafhankelijk te verklaren. Handhaving van de eenheid van Soedan was een mission impossible.

Is dit de best denkbare uitkomst? Ik voorzie grote problemen: een moeizame opbouw van de nieuwe staat; strijd tussen stammen in Zuid Soedan, deels aangewakkerd door Khartoem; gevechten in Abyei en Zuid Kordofan; disputen over olie en water. Bovendien: er is nog lang geen vrede in Darfur. Tenslotte: Noord Soedan is ook zelf in een nieuwe situatie beland. Men is niet alleen grondgebied kwijtgeraakt, maar ook een economisch wingewest. Het regime in Khartoem heeft binnenlandse conflicten altijd bezworen met geld: om oorlog te voeren, om de eigen middenklasse te paaien en om tegenstanders om te kopen. Nu dat niet meer zo gemakkelijk kan is de positie van Bashir zwakker dan ooit.