Jan Pronk

Na 2015

Nieuwe Liefde, Herfst 2014

Originele artikel, 86KB

Buiten het wereldje van ontwikkelings- en milieudeskundigen is er weinig aandacht voor, maar er vinden momenteel intensieve onderhandelingen plaats over de zogeheten ‘mondiale ontwikkelingsagenda na 2015’. Ze begonnen na de VN conferentie over duurzame ontwikkeling in Rio de Janeiro in 2012. Sinds 1972 wordt een dergelijke topconferentie iedere tien jaar gehouden. Sommige waren baanbrekend. Onderhandelingen in het kader van de VN hebben soms prachtige documenten opgeleverd, inhoudelijk ambitieus en schitterend verwoord. Een voorbeeld is de Millennium declaratie uit het jaar 2000. Maar de tekst die in Rio werd overeengekomen is saai. Eigenlijk is het niet meer dan een geannoteerde agenda: alles staat er in, maar niets werd beslist. Ieder onderwerp werd doorgeschoven naar verdere onderhandelingen.

Een daarvan betreft de Post 2015 Agenda. Waarom 2015? Omdat staatshoofden en regeringsleiders zich bij de wisseling van de millennia hadden verplicht de armoede in de wereld te halveren binnen vijftien jaar. Dat soort beloften was vaker gedaan, maar ze waren nooit nagekomen. Maar rond de eeuwwisseling werd het menens. Halvering van de armoede binnen vijftien jaar was ambitieus, maar mogelijk. Het werd serieus aangepakt: armoede werd niet alleen gemeten in termen van inkomen en koopkracht, maar ook van werkgelegenheid, voedsel, moeder- en kindersterfte en onderwijs.

Lang niet alle Millennium Development Goals (MDGs) worden gehaald. Sommige landen, zoals China, boeken meer succes dan andere. Maar er zijn grotere stappen vooruit gezet dan voorheen. Nu komt het er op aan per land specifieke inspanningen te plegen om niet gerealiseerde doelstellingen zo snel mogelijk alsnog te verwezenlijken en ook de andere helft van de armoede uit te bannen. Halvering van de armoede is niet genoeg. Maar de nieuwe opgave is moeilijker. De allerarmsten staan buiten de markt en zijn via overheidsbeleid niet gemakkelijk bereikbaar.

Veel armoede hangt samen met ongelijkheid: ongelijke machtsverhoudingen en ongelijke toegang tot grond, water en natuurlijke hulpbronnen. Het verkleinen van de ongelijkheid zal, naast het uitbannen van absolute armoede, een doelstelling op zich moeten zijn.

Dat zijn drie doelstellingen voor de post 2015 agenda. Maar in Rio is overeengekomen dat er ook Sustainable Development Goals (SDGs) moeten worden geformuleerd: verduurzaming van water en energie, duurzame landbouw, industrie en transport, terugdringing van klimaatverslechtering en biodiversiteitsverlies, conservering van mariene en ecosystemen. Omdat de situatie per land verschilt, zal ieder land eigen doelstellingen moeten formuleren en een eigen strategie. Daarbij moet worden voorkomen dat de strategie van het ene land de belangen van andere landen schaadt. Daarom is wederzijdse monitoring nodig, bijvoorbeeld via de VN, om zeker te stellen dat de wereldwijde totaaldoelstellingen worden gehaald.

De MDGs zijn bekritiseerd omdat zij top down waren geformuleerd. Die kritiek was niet terecht, maar de SDGs bieden een nieuwe kans. In Rio is afgesproken dat zij niet alleen door regeringen zullen worden vastgesteld, maar bottom-up: samen met bedrijven, vakbonden, NGOs, vrouwen- en jongerenorganisaties, inheemse groepen, de milieubeweging, enzovoort. Dat nu begonnen. Er wordt gebruik gemaakt van de moderne communicatietechnologie om alle mogelijke maatschappelijke groepen overal vandaan te laten meespreken. Nooit eerder vonden VN onderhandelingen op een dergelijke wijze plaats.

Dat verplicht alle regeringen om het proces zowel als de uitkomsten serieus te nemen. Dit reikt verder dan ontwikkelingssamenwerking. Het gaat ook om binnenlands beleid. Maar terwijl het internationale proces hoop biedt op duurzame uitkomsten, is het stil in Den Haag. Het volstaat niet eenmaal internationaal overeengekomen doelstellingen achteraf te vertalen in Nederlands beleid.  Wereldwijde en nationale strategieën moeten parallel worden ontwikkeld. Zolang de regering geen initiatief neemt samen met alle betrokkenen ook voor ons land duurzame ontwikkelingsdoelstellingen te kiezen en internationaal af te stemmen, nemen we de Post 2015 Agenda kennelijk niet serieus.