Jan Pronk

Overwegingen na Parijs, vrijdag 13 november

Vice Versa, december 2015

Originele artikel, 75KB

Overwegingen na Parijs, vrijdag 13 november

De eerste reactie op de aanslagen in Parijs op vrijdag 13 november jl. was gekenmerkt door verdriet, boosheid en angst om wat nog komen kan. Dat was ook de reactie op eerdere aanslagen, in New York, Madrid, Londen en andere steden in het Westen. Daarna hernam het leven haar gewone gang, zij het dat vanuit het Westen hard werd teruggeslagen in Afghanistan, Irak en Syrië. Maar de onzekerheid neemt toe: terrorisme kan overal toeslaan, telkens opnieuw.

Sinds het begin van dit Millennium vonden drie geopolitieke veranderingen plaats. De oude tegenstelling tussen Noord en Zuid lijkt vervangen door die tussen het Westen en de rest. De Koude oorlog tussen Oost en West is omgevormd tot een nieuw conflict tussen machtige staten, minder ideologisch, maar dreigend. Tussen en binnen vele landen is de overheersende ideologische tegenstelling die tussen fundamentalistische Moslims en seculiere partijen. De werkelijkheid was en is ingewikkelder dan aldus geschetst - immers, hoe definieer je Noord, Zuid, Oost, West, rest, fundamentalistisch, enzovoort - maar velen zullen die werkelijkheid wel in dergelijke termen ervaren.

Deze drie veranderingen beïnvloeden elkaar en maken het beeld gecompliceerd. En er is een vierde ontwikkeling bijgekomen: sinds het begin van deze eeuw wordt het oorlog niet meer uitgesloten. Leiders spreken er openlijk over en burgers gaan wennen aan oorlogstaal, ook in het Westen. Je moet je immers verdedigen tegen aanvallen vanuit Oost, Zuid, het Midden Oosten, El Quaida, Al Shabaab, El Nusra, de Taliban, Hamas en IS?

Terecht, maar hoe? Vormen bombardementen, grondtroepen, en killer robots het juiste antwoord? Is het zinvol, effectief en ethisch verantwoord grenzen te sluiten en vluchtelingen te weren of terug te sturen? Moeten we bondgenootschappen sluiten met machthebbers in de rest van de wereld die het Westen niet bedreigen, maar hun eigen bevolking onderdrukken?

Zeven overwegingen bij het zoeken naar een antwoord.

Ten eerste: ook wie vindt dat de terreur in Parijs en elders door niets wordt gerechtvaardigd dient in te zien dat er een voedingsbodem is. Dat is niet alleen uitzichtloosheid van jongeren uit minderheidsgroepen in Europa, maar ook de historische en huidige verantwoordelijkheid van het Westen voor onrecht in de voormalige Derde Wereld (de verdeling van het Midden Oosten, de inval in Irak, het lot van de Palestijnen, de steun aan het regime in Saudi Arabië, de chaos in Libië, enzovoort).

Ten tweede: bijna niemand in het Westen die nu spreekt over oorlog, heeft zelf oorlog aan den lijve ondervonden. Besef: oorlog is vernietiging. De nieuwe wapens die de afgelopen decennia zijn ontwikkeld zijn vele malen verwoestender dan ooit.

Ten derde: wie meent dat het zo’n vaart niet zal lopen, omdat het Westen sterker is, vergist zich. De moderne technologie maakt dat ook tegenstanders, zoals terroristen, steeds meer mogelijkheden hebben dodelijke wapens (chemische, biologische en nucleaire wapens, en op afstand bestuurbare systemen) in te zetten.

Ten vierde: wie veronderstelt dat er in elk geval meer slachtoffers zullen vallen in het Zuiden dan in het Westen heeft gelijk. Dat is al het geval. Wij treuren over duizenden slachtoffers in het Westen. Maar in Afrika, het Midden Oosten en Zuid West Azië zijn honderdduizenden oorlogsslachtoffers gemaakt. Die vielen niet alleen ten gevolge van louter interne conflicten, integendeel.

Ten vijfde: Het gaat niet meer om de oorlogen van weleer, tussen staten, strijdend om grondgebied. De zogeheten New Wars (Mary Kaldor) worden gevochten tussen staten en ongrijpbare groepen, en onderling. Zij gaan niet om bezetting van grond, maar van de menselijke geest. De kolonisering van de geest vindt plaats middels chaotisering, terreur, haatprediking, dictatuur, onderdrukking en geweld tegen non-combattanten - burgers, vrouwen, kinderen - en andersdenkenden. De nieuwe oorlogen worden noch gewonnen, noch verloren, maar gaan door, met meer of minder intensiteit. Inzet van middelen van traditionele oorlogen in deze geweldsconflicten is niet effectief en zal zelfs resulteren in verdere escalatie van grensoverschrijdende guerrilla en terreur.

Ten zesde: wanneer het Westen aanvallen pareert op de Westerse levenswijze, de Westerse cultuur en Westerse waarden, dan zal haar antwoord in overeenstemming moeten zijn met diezelfde Westerse waarden. Samenwerking met dictaturen is daarmee in strijd, net als het gebruik van wapens die burgerslachtoffers maken en het weigeren van asiel aan vluchtelingen.

Ten zevende: na de geweldscatastrofes van de eerste helft van de vorige eeuw heeft de wereld zichzelf middelen verschaft om nieuwe catastrofes te beperken: de internationale rechtsorde, belichaamd door de VN, waarbinnen consensus wordt gezocht over de bestrijding van de oorzaken van onrecht en geweld, en van waaruit gezamenlijk kan worden opgetreden: politiek, juridisch, economisch en in laatste instantie ook militair. Europese burgers en politici die daar nu weinig van verwachten, omdat die rechtsorde is verzwakt, moeten inzien dat dit door toedoen van het Westen is bewerkstelligd. De nieuwe oorlogsdreiging vraagt juist van het Westen om een nieuw vredesinitiatief.