Jan Pronk

WO 2.0

Nieuwe Liefde, Februari 2014

Originele artikel, 1.2MB

De Eerste Wereldoorlog leeft in ons land minder dan de Tweede. De verschrikkingen van die oorlog gingen aan Nederland voorbij. Bovendien, terwijl velen nog steeds eigen herinneringen hebben aan de periode ’40-’45, heeft bijna niemand dat aan de Great War. Maar er zal dit jaar veel geschreven worden over de oorlog  die honderd jaar geleden uitbrak, over het lijden en de dood, de schuldvraag, en de gevolgen. Dat is zinvol. Iedere nieuwe generatie moet beseffen dat vrede niet van zelf spreekt. Oorlog is mensenwerk, vrede ook.

Hebben we voor dat besef niet voldoende aan de nog levende herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog? Voegt hernieuwd inzicht in het ontstaan, het verloop en de uitkomst van de Eerste Wereldoorlog iets toe? Kunnen er eigenlijk wel lessen getrokken worden uit WO 1, nu globalisering, technologie en economie het aanzien van de wereld grondig hebben veranderd?

Tenminste één les is vermeldenswaard: oorlogen kunnen uitbreken, ook wanneer naties daar niet op uit zijn. Dat was wel het geval in 1939, maar niet in 1914. En als zo’n niet beoogde oorlog begint, dreigt deze zo snel te escaleren, dat beheersingmechanismen verdampen. De Australische historicus Christopher Clark heeft geschreven dat de Europese leiders in 1914 slaapwandelend ten oorlog trokken. Zij waren met blindheid geslagen. Dat is een misvatting. Zij namen beslissingen in het volle bewustzijn: bewapening, vlootopbouw, coalitievorming, aanval om der wille van verdediging. Het was eerder collectieve verstandsverbijstering dan blindheid. Zo struikelde Europa een wereldoorlog in.

Volgens Clemenceau is oorlog een te serieuze aangelegenheid om aan generaals over te laten. De Britse historicus A.J.P. Taylor schreef dat WO 1 ons heeft geleerd dat dit ook geldt voor staatslieden. Die les gold ook na WO 2. Zo beschreef McNamara, terugblikkend op het proces van besluitvorming door politici en militairen gedurende de oorlog in Vietnam, hoe het slechts een haar heeft gescheeld of een kernoorlog was uitgebroken. ‘We zaten verkeerd’, schreef hij, ‘totaal verkeerd’.

De kans dat bestaande internationale spanningen uitlopen op een nieuwe wereldbrand wordt momenteel laag ingeschat. Geen enkele staat lijkt zich op een oorlog voor te bereiden. Collectieve verstandverbijstering zal zich niet voordoen. Maar er is iets aan de gang in de wereld, dat lijkt op een steeds grotere veenbrand in het Midden Oosten, Afrika en Azië. De conflicten staan min of meer op zich zelf, maar ze hebben gemeenschappelijke kenmerken en worden met elkaar verbonden door de krachten van de globalisering: kapitaal en technologie. Het jaar 2014: rush op schaarse grondstoffen elders in de wereld, ten behoeve van de eigen middenklasse; nationale geopolitieke keuzes ter bescherming van economische en commerciële belangen; eenzijdige nadruk op nationale veiligheid; herlevend nationalisme;  fundamentalistische agressieve ideologieën; een kapitalistische wereldmarkt waarvan grote groepen mensen worden buitengesloten; nieuwe militaire technologieën die anoniem doden op afstand vergemakkelijken; internationaal terrorisme, repressie door regimes die zich door hun burgers bedreigd voelen. Het geweld dat daarmee gepaard gaat maakt miljoenen slachtoffers. Een derde wereldoorlog is niet uitgebroken, maar voor velen in de wereld lijkt het WO 2.0.

Die gaat tot nu toe aan Europa voorbij. Maar we kunnen er blunderend instruikelen. We spiegelen ons voor dat het goed gaat in de wereld: minder traditionele oorlogen, hogere groei in Afrika, geringere armoede in China, een uitdijende middenklasse in de meeste ontwikkelingslanden, wereldwijde doorbraak van ITC, economisch herstel in Amerika en straks ook Europa. Met kortzichtigheid sussen we ons in slaap. Misschien wordt er nu meer geslaapwandeld dan in 1914.