Geen vijandenIn: Anne de Jong, Geen vijanden, Amsterdam, Rainbow, 2011Geweld broedt geweld. Conflicten escaleren, onderdrukking van burgers door machthebbers neemt toe, mensen verzetten zich, de onderdrukking wordt gewelddadig, de reactie daarop eveneens en zo ontstaat een spiraal van geweld en contrageweld. Op een bepaald moment is het proces niet meer beheersbaar. Het gaat een eigen leven leiden, ook al omdat duistere krachten - veiligheidsdiensten, para militairen, warlords en andere - de gelegenheid te baat macht te ontwikkelen die niet meer gecontroleerd kan worden. Het is van belang zich hiervan in iedere conflictsituatie die kan escaleren bewust te zijn en te proberen te voorkomen dat het geweld de overhand neemt. Dat is meestal een vrome wens. In de meeste landen in Afrika, Zuid Azië, het Midden Oosten en Zuid Oost Europa waar zich veranderings- en ontwikkelingsprocessen afspelen waarbij grote belangen (ook buitenlandse) zijn gemoeid, treden geweld en tegengeweld snel op. Is er in een later stadium toch nog een kans de trend te keren? Soms kunnen partijen tot de conclusie komen: ‘genoeg is genoeg’, en trachten tot overeenstemming te komen via vredesbesprekingen. Dat is bijvoorbeeld gebeurd in Mozambique rond 1990 en in Guatemala enkele jaren later. Soms is het wenselijk daarbij gebruik te maken van bemiddelaars van buiten af, zoals Kofi Annan in Kenia in 2009. Soms kunnen de Verenigde Naties daarbij een rol spelen, zoals in Cyprus of in Burundi. Maar meestal is er dan al heel wat bloed gevloeid. Het kan ook van onderen op en van binnen uit, door mensen die geweld niet beantwoorden met tegengeweld, maar met vreedzaam protest en geweldloos verzet. Ook zijn er situaties waarin mensen die zich bevinden aan beide zijden van de scheidslijn in een conflict, maar willen samenwerken om tot een eind aan het geweld te komen. Die situaties zijn talrijker dan vaak wordt verondersteld. Vreedzaam protest trekt weinig publiciteit. Geweld is spectaculair, geweldloosheid niet. Geweldloos verzet is vaak kleinschalig, en niet interessant voor massa media. Men is geneigd te denken dat geweldloos verzet een vorm van romantisch pacifisme is, en gedoemd is te mislukken. Dat is een misvatting. Er zijn voorbeelden van geweldloos verzet waar steeds meer mensen zich bij aansloten, die een grootschalig karakter kregen en niet meer door machthebbers konden worden genegeerd of onderdrukt. Die vormen van protest en verzet zijn niet romantisch. Degenen die er voor kiezen lopen grote risico’s, maar zij zijn daartoe bereid om te voorkomen dat er nog meer slachtoffers vallen. Ze doen dat omdat zij niet geloven in de effectiviteit van contrageweld, of omdat zij van mening zijn dat middelen van verzet en strijd in overeenstemming moeten zijn met de beoogde doelen, of omdat zij vrezen dat contrageweld een geweldscultuur helpt vestigen die, ook nadat vrede en vrijheid tot stand zijn gebracht, niet meer uit de samenleving is te bannen. En er is succes geboekt, bijvoorbeeld in Servië en de Baltische Republieken rond de wisseling van de deze eeuw. Wetenschappers besteden steeds meer aandacht aan geweldloos verzet. Zo schreef Mary King een standaardwerk waarin zij een aantal succesvolle voorbeelden van geweldloos verzet analyseerde. Langzamerhand ontstaat ook een filmotheek met documentaires over vreedzaam protest en geweldloos verzet, die inzicht biedt in de voorwaarden waaronder successen kunnen worden geboekt. Geweldloze actie is een methode om in een maatschappij verandering te bewerkstelligen. Machthebbers kunnen onderdrukking immers alleen voortzetten zolang de mensen er in bewilligen. Zodra er een beweging op gang komt van mensen die niet langer bereid zijn dit te accepteren en er actief dan wel passief aan mee te werken, komt de onderdrukking in het luchtledige te hangen. Dat is zeker het geval wanneer mensen hun angst overwinnen en die beweging, ingezet door een voorhoede, een massaal karakter krijgt. Anne de Jong is een Nederlandse wetenschappelijke onderzoeker van geweldloos verzet. In haar recent verschenen proefschrift The Silent Voice. Palestinian and Israeli Nonviolent Activism and Resistance analyseert beschrijft zij de situatie van mensen in Israel en de Bezette Gebieden die het slachtoffer zijn van geweld en met vreedzame middelen samen stelling nemen tegen dat geweld. Zij verbleef ten behoeve van haar onderzoek lange tijd in Israel, op de West Bank en in Gaza, en bouwde vele contacten op. Het boek dat nu voor U ligt is een samenvatting van haar onderzoek en van haar eigen persoonlijke ervaringen. Ze beschrijft het leven van gewone mensen ter plaatse. Het zijn de mensen die alles ondergaan, maar doorgaans niet aan het woord komen, noch in de kringen waar politieke beslissingen worden genomen, noch in de media. Anne de Jong laat velen van hen aan het woord en dat levert indringende verhalen op. De conclusies die de schrijfster zelf trekt zijn eveneens indringend. Zij geeft er de voorkeur aan niet te spreken over het zogeheten Israelisch/Palestijnse conflict, omdat het woord ‘conflict’ een vermeend neutrale term is, die de werkelijkheid vertekent. Die werkelijkheid bestaat uit machtsongelijkheid, onderdrukking, geweld, en schending van mensenrechten. Als men al van een conflict zou willen spreken, zo betoogt Anne de Jong, dan is dat niet een conflict tussen Joden en Arabieren, of tussen Palestijnen en Israëli’s, maar tussen degenen die kiezen voor collectief ethno-nationalisme en zij die geloven dat de mensenrechten gelijkelijk gelden voor iedereen, ongeacht ras, religie of nationaliteit. Anne de Jong laat in dit boek zien hoe moeilijk het is om die laatste keuze te maken. Degenen die dat doen worden gemakkelijk misverstaan. Israëlische vredesactivisten worden in eigen land net zozeer beschuldigd te heulen met de ‘vijand’ als Palestijnse vredesactivisten die het geweld willen afzweren. Dat niemand daarbij een gemakkelijke keuze heeft gedaan, blijkt uit de verhalen in dit boek. Treffende verhalen worden verteld door Israëlische militairen behorend tot de groep “Doorbreek de stilte’. Indrukwekend zijn de geschiedenissen verteld door mensen die een geliefd familielid hebben verloren en toch willen samenwerken. Dat vredesactivisten afkomstig uit het buitenland die met hen willen samenwerken vaak evenmin worden begrepen blijkt uit andere verhalen. Zij worden in het Westen vaak beschouwd als naïef of beschuldigd van anti semitisme. Het is een onbegrijpelijk verwijt ten opzichte van mensen die actief samenwerken met Israëlische en Palestijnse vredesactivisten, welke elkaar gevonden hebben in het verzet tegen geweld en een gevecht om de verwezenlijking van mensenrechten. Anne de Jong besluit haar boek met een indrukwekkend verslag van de Gaza Freedom Flotilla: de internationale vredesvloot van tientallen schepen die in 2010 humanitaire goederen naar Gaza probeerde te brengen. De vloot was een voorbeeld van actief geweldloos verzet tegen de blokkade van Gaza door Israel, een blokkade die in strijd is met het internationale recht en waaronder de bevolking in Gaza al jaren lijdt. De Israëlische regering reageerde met geweld en liet schepen bombarderen en enteren en nam de vredesactivisten gevangen. Anne was een van hen. Zij beschrijft niet alleen de gebeurtenissen tijdens de tocht, maar ook hoe zij zelf reageerde op onrecht, vernedering en mishandeling en hoe moeilijk het was de mensen die verantwoordelijk waren voor de dood van vrienden, niet te gaan haten. Solidariteit met slachtoffers van geweld vraagt niet alleen compassie, maar ook inzicht in machtsverhoudingen. Vreedzaam protest vereist volharding en geloof dat het werkt. Geweldloos verzet vereist moed. Dat alles vergt partij kiezen, niet voor de ene dan wel de andere partij, maar voor de slachtoffers. En, zo schrijft Anne de Jong, het vergt strijd: strijd tegen angst, vooroordelen en haat. In dit boek laat de schrijfster zien dat vreedzaam protest en verzet wezenlijk moeilijker is dan gewelddadig verzet. Je kunt pas echt kiezen voor daadwerkelijk geweldloos verzet als je ook je eigen angst overwint en bereid bent je volledig kwetsbaar op te stellen. Maar wie dat doet mag er ook van uitgaan dat geweldloos verzet meer uitzicht biedt dan geweld.
Jan Pronk Voorwoord bij: Anne de Jong, "Geen Vijanden: 1000 dagen in Israel en de Palestijnse Gebieden" (Amsterdam, Rainbow, 2011)
|
|