Jan Pronk

"Je kunt er niet op los slaan, je hebt die schurken nodig"

NRC Handelsblad, 9 Maart 2006

Door NRC redacteur Juurd Eijsvoogel
Parijs, 9 maart.

Jan Pronk, VN-gezant voor Soedan, wil een krachtige vredesmacht in Darfur. Het moet een VN-macht zijn, de Afrikaanse Unie kan het niet en de NAVO moet uit Darfur wegblijven.

Duizenden mensen gingen gisteren in de Soedanese hoofdstad Khartoum de straat op om te demonstreren tegen de mogelijke komst van vredestroepen van de VN naar de westelijke regio Darfur. 'Dood aan de invasietroepen', werd er geroepen. Ook werd het aftreden geëist van Jan Pronk, speciaal gezant van VN-chef Kofi Annan voor Soedan.

Een dag eerder droeg een demonstrant zelfs een afbeelding mee van Pronk, de hoogste vertegenwoordiger van de VN in het land, met een mes in zijn keel. En er zou 100.000 dollar op het hoofd van de Nederlandse oud-minister zijn gezet.

'Tja, die dingen gebeuren', zegt Pronk nuchter in Parijs, waar hij is voor een bijeenkomst van landen die financiële hulp geven aan Soedan. Naar de bedreiging wordt een onderzoek ingesteld en in Khartoum, waar hij woont, heeft Pronk elf bewakers - want sinds bij een aanslag op het VN-kantoor in Bagdad in 2003 twintig doden vielen, neemt de volkerenorganisatie de veiligheid van haar medewerkers een stuk serieuzer.

'Die demonstraties zijn georkestreerd, en er wordt geen steen bij geworpen. Ik houd de regering ervoor verantwoordelijk. Maar daar zegt men: we zijn bang dat we de controle erover verliezen. Ook het parlement heeft zich tegen de komst van VN-troepen uitgesproken, inclusief de oppositie.'

Al jaren dringt Jan Pronk aan op een krachtige internationale vredesmacht die een eind moet maken aan de moorden, verkrachtingen en etnische zuiveringen in Darfur. Hij ziet elke dag dat de vredestroepen van de Afrikaanse Unie de crisis niet kunnen bezweren.

En juist nu er eindelijk internationale steun lijkt voor een vredesmissie met tanden, maant Pronk tot voorzichtigheid. De NAVO een leidende rol geven bij zo'n missie, zoals wel is geopperd in de Verenigde Staten, is het recept voor een ramp, zei Pronk vorige week. De nieuwe missie zou een operatie van de VN moeten worden - en ook díé organisatie is, zoals nu blijkt, fel omstreden in Khartoum.

Kán de Veiligheidsraad wel een vredesmacht sturen als er zoveel weerstand is? 'Je kan daar niet als vredesmacht binnenkomen zonder instemming van de regering. Dat beseffen sommigen in de VS onvoldoende. Het heeft geen zin om erop los te slaan. Al zijn het schurken: je hebt ze nodig.'

'Ik zeg iedere keer tegen de Soedanezen: als je wilt dat je soevereiniteit niet wordt geschonden, moet je kiezen voor de VN. Het is ook úw VN, die optreden onder het handvest dat ook u heeft onderschreven.'

'Maar het algemene verhaal dat je nu in Soedan hoort is dat de Verenigde Naties de loper zullen uitleggen voor de Amerikanen, dat de Verenigde Naties een instrument zijn van Washington', zegt Pronk. 'Men zegt daar: wij willen niet na Afghanistan en Irak het derde strijdtoneel worden. Het zou één grote samenzwering van het Westen tegen de islamitische wereld zijn.'

Maar drie jaar nadat Arabische milities, aangezet door de regering in Khartoum, in Darfur begonnen huis te houden om rebellen te bestrijden, gaat het moorden, plunderen en platbranden van dorpen nog altijd door. 'Er worden niet meer duizenden mensen, maar nu 200 mensen per maand vermoord', zegt Pronk. 'Dat kun je vooruitgang noemen, maar het is nog steeds een etnische zuivering. In totaal zijn er tienduizenden doden gevallen, over de precieze cijfers is veel discussie. En meer dan twee miljoen mensen zijn op de vlucht gejaagd.'

'Ik heb tegen de Veiligheidsraad gezegd: onze strategie heeft gefaald, die van ons, de Verenigde Naties, en die van u, de Veiligheidsraad. Het is nog geen vrede. Er worden nog steeds mensen vermoord. Dus we moeten onze aanpak herzien.'

Een robuuste vredesmacht is daarbij essentieel, aldus Pronk. 'Die moet groot zijn, zo'n 15.000 militairen. Ze moeten sterk zijn, om krachtig te kunnen optreden en zichzelf te kunnen verdedigen. Ze moet lang kunnen blijven, ten minste vier jaar. En ze moet een breed mandaat hebben, waarmee een eventueel hard optreden gelegitimeerd is.'

'De Afrikaanse Unie heeft nu 7.000 man in Darfur, sommige commandanten zijn ervaren peace keepers. Maar ze worden beperkt door hun mandaat, ze hebben onvoldoende modern materieel, ze moeten iedere keer om geld bedelen en ze zijn niet in staat om twee keer zoveel man op de been te brengen. Daarom zou het goed zijn als de VN het overnemen - maar dat kan niet van de ene dag op de andere, je moet negen maanden rekenen voor je zo'n troepenmacht bij elkaar hebt.'

Pronk vindt niet dat de Soedanese vrees voor een Amerikaanse interventie à la Irak gerechtvaardigd is. 'Maar als die angst gemeengoed is, dan is het wel een belangrijk politiek feit. Dat kun je niet negeren. En je kunt er ook niet omheen dat men bij de besluitvorming over de invasie van Irak de Veiligheidsraad uiteindelijk heeft omzeild. Maar ik denk zelf niet dat de Amerikanen dat nog een keer zullen doen.'

'En ik geloof ook in de oprechtheid van hun gevoelens van afschuw over wat er in Darfur gebeurt, ook al is het wat laat. Het is daar in de binnenlandse politiek een grote kwestie, dankzij een gelegenheidscoalitie tussen christelijk rechts en zwarte volksvertegenwoordigers.'

'En vergeet niet: zonder de Amerikanen was de missie van de Afrikaanse Unie er niet gekomen, net zo min als de humanitaire hulp waarvan ze zestig procent betalen. Wat voor kritische opvattingen je ook over het Amerikaanse buitenlandse beleid kunt hebben, en die heb ik, ze hebben financieel heel veel gedaan voor Soedan.'

Maar als er in de Amerikaanse publieke opinie en het Congres wordt geroepen om ingrijpen in Soedan, en een hoofdrol voor de NAVO, raakt dat in Khartoum meteen een gevoelige zenuw. 'Deelname van individuele westerse landen aan de VN-macht is erg gewenst. NAVO-leden kunnen ondersteunende, logistieke en technologische steun geven. Maar troepen die in actie moeten komen? Dat ligt veel te gevoelig. Dan wordt zo'n vredesmacht onderdeel van het probleem in plaats van de oplossing.'

Pronk is zorgelijk over de situatie, maar hij ziet wel mogelijkheden om toch een vredesmacht van de VN naar Darfur te krijgen. 'Aanvankelijk was Khartoum ook vierkant tegen de komst van de Afrikaanse Unie. We moeten onderhandelen, diplomatie bedrijven, druk uitoefenen. De jarenlange burgeroorlog tussen het noorden en het zuiden heeft zo uiteindelijk ook een vredesakkoord opgeleverd, in 2004. Alleen had de kwestie-Darfur daarbij nooit buiten beschouwing gelaten mogen worden. Dat is een grote fout geweest. De wereld wist wat er gebeurde.'

In het weblog dat Pronk bijhoudt (www.janpronk.nl) schreef hij het afgelopen weekeinde somber dat zijn gedachten in Darfur teruggaan naar Srebrenica, de Bosnische enclave waar in 1995 (toen Pronk minister was) onder toeziend oog van Nederlandse vredestroepen duizenden moslimmannen werden weggevoerd om te worden vermoord. Zullen we dezelfde fouten maken, of andere, met dezelfde gevolgen? schrijft Pronk.

'Ik bedoelde', zegt hij, 'je bent er met een te kleine troepenmacht, je kan de mensen niet beschermen, je bent er wel een beetje bij betrokken, maar onvoldoende. Srebrenica is voor mij een existentieel moment in mijn politieke leven geweest. Je denkt altijd, hoe kan je het beter doen? Het blijft je achtervolgen. Ik denk wel eens: misschien zit ik wel in Soedan om er nog consequenties uit te trekken.'