Rijnstraat 8, 11 december 2025

Heeft het zin honderd achtereenvolgende donderdagen een sit-in te organiseren tegen de genocide in Gaza? Het is vandaag de honderdste keer dat we samen komen om de slachtoffers te herdenken en te protesteren tegen het voortgaande geweld van het Israëlische regime en het wegkijken door onze regering. Veel effect heeft het niet gehad: al onze oproepen vielen in onvruchtbaar zand. Er kwam een wapenstilstand, maar die werd systematisch geschonden. Het moorden ging door: sinds die wapenstilstand vielen al 400 doden, onder wie kinderen die onwetend de gele lijn hadden overschreden die het Israëlische leger heeft getrokken. Dat is naar eigen zeggen het meest gewetensvolle leger ter wereld, maar het handelt naar de orders: ‘eerst schieten dan kijken’, ‘niet waarschuwen’ en ‘shoot to kill ‘. Die gele lijn is de nieuwe grens. Tot die grens is Gaza opnieuw bezet gebied, daarachter een concentratiekamp.  

De wapenstilstand is een farce, net als die in Libanon, die ook regelmatig geschonden wordt door Israël, zodra men vermoedt dat iemand van Hezbollah zich ergens schuilhoudt. Ook daar is het ‘bomb to kill’. De vele burgerslachtoffers die dan worden gemaakt gelden voor het vermeend gewetensvolle Israëlische leger als onvermijdelijke collateraal damage.

En op de West Bank gaan de bouw van nederzettingen, het afpakken van huizen en stukken grond, het droogleggen van waterbronnen, de kap van olijfbomen, het verwoesten van Palestijnse dorpen en het arresteren van mensen die protesteren gewoon door. De wapenstilstand biedt Israël de gelegenheid zich steeds grotere delen van zowel Gaza als de West Bank toe te eigenen. Luchtaanvallen op Libanon, Syrië, Iran, Yemen en Qatar en het afsluiten van de watertoevoer van Jordanië laten zien dat Israël zich weinig gelegen laat liggen aan internationaal recht en mensenrechten, maar ernaar streeft zich koste wat kost te ontwikkelen tot een Groot Israël, een supermacht in het Midden-Oosten. 

Daartegen richt zich ons wekelijks protest tijdens de sit-in voor het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het ging ons er alle honderd dagen niet om politiek partij te kiezen tegen Israël en voor Hamas, dat op 7 oktober 2023 een gruwelijke oorlogsmisdaad had gepleegd. Nee, we protesteerden tegen de schendingen van het recht: internationaal recht, oorlogsrecht, humanitair recht en mensenrechten. We riepen ertoe op een eind te maken aan de misdaad tegen de menselijkheid, het stelselmatig doden en verwonden van ongewapende burgers, vrouwen en kinderen, het ontmenselijken van Palestijnen, het ombrengen van artsen en andere hulpverleners, het sluiten van de grens voor voedsel en medicijnen. Kortom: het gaat om recht en humaniteit. 

We protesteerden tegen de Nederlandse regering die, drie achtereenvolgende kabinetten lang, zich weigerde te houden aan de volkenrechtelijke verplichting alles te doen om genocide te voorkomen. In plaats daarvan hield de regering het Israëlische regime uit de wind.  Nederland verschafte politieke steun, stemde in de VN tegen alle resoluties waarin Israël werd bekritiseerd, leverde militair materieel en boycotte UNRWA, de enige VN- hulporganisatie die nog iets kon doen om het lijden te verzachten. Daarmee maakte de regering ons land medeverantwoordelijk, medeplichtig en dus medeschuldig aan genocide. 

Het is een hard oordeel, maar we kunnen er niet omheen. De uitspraken van het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof liegen er niet om. Israël heeft als een bezettende macht zorgplicht voor het welzijn van burgers in bezet gebied, maar doet het tegendeel. Volgens een recente uitspraak van het Internationale Gerechtshof zijn niet alleen de daden van Israël tegen de bevolking van de Westbank strijdig met internationale rechtsbeginselen, doch is de Israëlische aanwezigheid aldaar op zich al illegaal. Maar het Westen kijkt weg, niet alleen de Verenigde Staten, ook Europa, met Nederland voorop.  

Aan het bestaansrecht van Israël, gecreëerd op basis van een uitspraak van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, valt niet te tornen. Maar we protesteren ertegen dat de internationale gemeenschap Israël niet houdt aan de verplichtingen en rechtsbeginselen die uit dat lidmaatschap voortvloeien. Die verplichtingen golden vanaf het eerste begin, doch werden vanaf de start geschonden. De internationale gemeenschap heeft dat decennialang gedoogd. Ons past geen spijt over de erkenning van de staat Israël, maar wel schaamte omdat we wegkeken toen Israël haar bestaansrecht misbruikte door de Palestijnen met grof geweld uit hun land te verdrijven. 

Daar is tegen geprotesteerd. Landen uit het Zuiden van de wereld stelden het gedrag van Israël aan de kaak. Zij verweten het westen een koloniaal project te hebben gestart. Zij beschuldigden Israël van Apartheid en bestempelden Zionisme als racisme. Die drie verwijten zijn door het westen, ook door Nederland, telkens opnieuw van de hand gewezen, al bleek in de loop der decennia steeds duidelijker dat het inderdaad ging om voortdurende kolonisatie, wezenlijke apartheid en diepgevoeld racisme. Dat dit ook in ons land nog steeds niet wordt erkend is een reden te meer om ons te schamen. 

In Afrika, Zuid-Azië, de Arabische wereld en andere delen van de Global South wordt Israël gezien als een voorpost van het Westen, bedoeld om het Midden-Oosten te beheersen. Vandaar de levering van wapens, geld en technologie. Vandaar dat Gaza en de West Bank tot een proeftuin zijn gemaakt voor een sophisticated wapentechnologie en nieuwe methoden om de hele bevolking van een land zich en masse in de ene en vervolgens andere richting te bewegen, en het verblijf en de verplaatsing van menselijke doelwitten van grote afstand te volgen om het juiste moment te bepalen om hen om te brengen. Vandaar de onvoorwaardelijke Westerse steun aan genocidaal geweld en de politieke steun aan het regime, tot elke prijs.  

Bij de handhaving van oorlogsrecht en mensenrechten meet het Westen met twee maten: een voor onszelf en een voor de rest. Kortgeleden stelde de Palestijnse journalist Rita Baroud de vraag: “Is gerechtigheid een universele waarde of is het een geografisch privilege?” Ze had die vraag zelfs nog iets pregnanter kunnen formuleren: “Hebben we het ons toegeëigend als een wit privilege dat alleen is weggelegd voor onze zogenaamd Joods-Christelijke beschaving?”  Haar antwoord is duidelijk: “De dubbele moraal is geen retorisch concept. De dubbele moraal is een systeem. Waar we getuige van zijn”, vervolgt ze, ‘is niet het falen van het Westen, het is de ontmaskering van het Westen”. 

Als Rita Baroud gelijk heeft, en dat heeft volgens mij, dan vraagt die ontmaskering om een ‘bekering’. Het is een groot woord, maar wie ontmaskerd wordt, en het ware gezicht laat zien, moet kiezen: schaamteloos doorgaan of zich omdraaien, de weg terug inslaan. 

Dat vergt een ondubbelzinnig politiek antwoord:  terug naar recht en humaniteit. Als machthebbers in het Westen daartoe niet bereid zijn moeten burgers vooropgaan en volhouden, ook als er in eerste instantie slecht geluisterd wordt. 

Ik heb vroeger aan heel wat demonstraties meegedaan: tegen het Amerikaanse optreden in Vietnam, tegen dat van Portugal in Angola, tegen het Zuid-Afrikaanse Apartheidsregime, tegen de junta’s in Chili en Argentinië, tegen Kernwapens, tegen de Amerikaanse inval in Irak en de oorlog in Afghanistan, tegen rassendiscriminatie in Nederland en voor een duurzaam klimaat. Al die manifestaties werden gekenmerkt door hoop. Er werd geluisterd, niet diepgaand, maar toch. Er veranderde iets in het beleid, niet veel, maar toch. Het had dus zin. 

De Gaza demonstraties vinden plaats in een ander klimaat. Ze zijn niet minder massaal en de deelnemers houden elkaar vast en enthousiasmeren elkaar. Maar er is tot nu toe niet geluisterd en niets veranderd. De hoop verflauwt. De aandacht verslapt. In de wordt het nieuws over Gaza niet meer prominent gebracht.  

Maar toch: de sit-in die hier gehouden is, honderd donderdag achtereen, was de kern van een grote beweging. Tot driemaal toe trokken meer dan honderdduizend mensen door Den Haag en Amsterdam. Ze trokken iedere keer opnieuw een rode lijn. En in tal van andere steden vinden regelmatig demonstraties plaats, op stadions, op pleinen en op universiteiten. Het is geen ambtenarenprotest meer, maar een massaal burgerprotest. 

 De machthebbers luisteren niet, maar burgers wel. Niet alleen burgers die gewend zijn te kiezen voor links, voor mensenrechten en voor vrede. Ook mensen die behoren tot het midden, de grote stille meerderheid. Zij luisterden, haakten bij, liepen mee, want de machthebbers hebben een grens overschreden. 

Die mensen hebben bemoediging nodig, om te voorkomen dat zij zich teleurgesteld afwenden. Ik sprak een jaar geleden een groep jongeren die actief hadden gedemonstreerd maar teleurgesteld waren, wanhopig zelfs: ‘onze politieke leiders trekken zich niets van ons aan’. Ze zagen het niet meer zitten en leken geneigd het bijltje erbij neer te gooien. 

Dat mogen we niet laten gebeuren. Daarom gaan we door. Daarom laten we zien dat we niet alleen ergens tegen zijn, maar ook voor. We zullen bedrijven die betrokken zijn bij de bezetting op de Westbank boycotten. Maar we zullen dokters die in Gaza werken steunen, gewonde kinderen naar ziekenhuizen in Nederland uitnodigen, journalisten beschermen die verslag doen uit Gaza en de Westbank, contacten onderhouden met mensen in Israël die zich met woord en daad verzetten. 

Ook dat is politiek. Alles is politiek, ook de strijd voor recht, mensenrechten en medemenselijkheid. Die strijd mag niet verloren worden. Zeker in deze maanden moeten we waakzaam zijn.  In het afgelopen jaar was Gaza het meest in het oog springende onderwerp in de Nederlandse politiek. Het leek de samenleving te splijten. Maar in de verkiezingscampagnes speelde Gaza geen rol. Op het stemgedrag had Gaza geen invloed. Bij de kabinetsformatie komt Gaza niet aan de orde, noch in de programmatische stukken, noch bij de keuze van coalitiepartners.  Nederland verrechtst en kijkt naar binnen. 

Maar het kan nog steeds. Of een nieuwe regering de koers zal verleggen wordt in de komende weken beslist. Daarom, wees alert. Blijf demonsteren. En ga als ambtenaren door met het bombarderen van de politiek leiding van uw departement met uw kennis, uw inzichten, de informatie waarover u beschikt en uw advies. Dat is uw recht, het is uw plicht. 


 

Jan Pronk

Den Haag, 11 december 2025

Uitgesproken (verkort) tijdens de sit-in op het plein voor de deur van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Rijnstraat 8, Den Haag